De snaartheorie - een afspeellijst van DJ Moussa Rasé



Muziek is een universeel gegeven. Muziek is grenzeloos. Muziek is een essentieel onderdeel van elke cultuur. En snaren zijn universeel in de wereld van de muziek.
DJ Moussa Rasé bewijst dat uiteenlopende culturen onderling verbonden zijn door een wirwar van snaren. Snaren van de viool, snaren van de oud, snaren van de gitaar. Snaren die de ziel van de mens beroeren, snaren die mensen dichter bij elkaar brengen.
In de afspeellijst "De snaartheorie" ontrafelt Moussa een stukje van het indrukwekkende snarenkluwen dat de wereld verbindt.

De snaartheorie

Het is middag in Sarajevo. Door de luidsprekers van 's stads minaretten roept de muezzin op tot gebed. En dwars doorheen een smekend "Allahu Akbar" weergalmt het brons uit de kerken en de kathedralen die de stad rijk is. Vandaag een goede buur, schiet je elkaar dan morgen neer omwille van religie?
Balkan-rockster Goran Bregovic schreef "Three Letters From Sarajevo": "Jewish Letter", "Muslim Letter" en "Christian Letter". Sarajevo, een stad als metafoor voor onzekere tijden waarin religieuze conflicten steeds vaker oplaaien. De drie brieven van Goran Bregovic worden voorgedragen door de breekbare snaren van een viool. De viool staat immers centraal als muziekinstrument in zowel de klassieke muziek, de klezmer als de oosterse muziek.

Ook in Oekraïne kent men de gruwel van etnisch geweld. Het quartet Dakhabrakha - dat zich vertaald als "geven en nemen" - is afkomstig uit Kiev. Het ensemble begeleidt zichzelf op Indische, Arabische, Afrikaanse, Russische en Australische instrumenten en combineert de muziekstijlen van verschillende culturen tot "etnische chaos". Het beeld van "Sho Z-Pod Duba" zegt hier zo veel meer dan duizend woorden...



Ghalia Benali
Ghalia Benali werd geboren in Brussel in 1968 en bracht haar kindertijd door in Tunesië. De Oosterse muziek in het algemeen en de muziek van de fenomenale Egyptische zangeres Oum Kalthoum in het bijzonder, zetten haar aan om ook zelf te gaan zingen. Terug in België ontmoette ze in 1989 de Tunesische Oud-speler Moufadel Adhoum waarmee ze de groep Hijaz vormde. Tegelijkertijd maakte ze deel uit van de tijdelijke groep Mâäk Spirit.
Op het album MwSoul verenigt Ghalia Benali het Belgische jazzcollectief Mâäk met de Tunesische Moufadel Adhoum. In haar eigen nummer Bonding zingt Ghalia Benali met haar diepe, golvende stem over de geneugten van liefde en passie, ook al is deze niet steeds perfect. De trombone en de oud slaan een brug tussen de oosterse en het westerse cultuur.

Tabla
Verbinden, en grenzen uitwissen. Adnan Joubran is de jongste telg van de Palestijnse oud-spelers "Trio Joubran". Hij opent muzikale en culturele grenzen en musiceert samen met de fenomenale Indische tablaspeler Prabhu Edouard en de Franse celliste Valentin Mussou. Samen brengen ze het wondermooie en wereldse "Borders Behind" waarin oosterse klanken subtiel de flamenco omarmen op het ritme van de Indische tabla.
De Franse componist Thierry Robin, minzaam gekend als Titi Robin, maakt met behulp van zijn snaren de band tussen Indië, de oriënt, Andalusië en de balkan nog sterker. Vol passie neemt hij je in "La Petite Mer" mee naar het kampvuur der gipsy's waar zweverige oosterse ritmes zich mengen met dramatische flamenco. Het album "Gitans" eert de zigeunergemeenschap die Robin veel muzikale inspiratie heeft gebracht.

Zowat elk zigeunerorkest die naam waardig heeft de Csàrdàs van de Italiaanse componist Vittorio Monti op de speellijst staan. De csardas uit 1904 vormen een "rapsodie" of een muziekstuk dat in zijn geheel bestaat uit sterk contrasterende delen. Gitarist en globetrotter Thibault Cauvin brengt met de "Budapest - Csàrdàs" een ode aan de Hongaarse wereldstad Budapest waar hij de Franse jazzviolist Didier Lockwood uitnodigt voor een zigeunerdans. Lockwood aanvaardt de uitnodiging met glans, neemt meteen de leiding en wisselt voortdurend van tempo in zijn danspasjes waarbij hij ons meesleept in een emotionele rollercoaster van weemoedige nostalgie tot uitbundige levenslust.

Op hetzelfde album "Cities II" nodigde Thibault Cauvin ook Ballaké Sissoko uit voor een gezamenlijke ode aan de Malinese hoofdstad Bamako. De befaamde koraspeler geniet al evenzeer van avontuurlijke reizen. Samen met de Franse cellist Vincent Segal trok hij door het Afrikaanse continent waar het duo op magische wijze de barokmuziek vermengde met traditionele griotmuziek van Mali. "Niandou" is een multiculturele fusie die je niet onberoerd laat!



Elke reiziger naar Marokko komt vroeg of laat in contact met meesterlijke muziek. Van Djemaa El Fna tot diep in de woestijn, Marokko wiegt op het ritme van de gnawa traditie.
Mahmoud Guinia was de tweede zoon van de meester-gnawaspeler Maâllem Boubker Guinia. In "Laayoune Dahika" laat hij zijn metalen castagnetten rinkelen - een geluid dat teruggrijpt naar de ketens van de slaven die door de woestijn marcheerden - en brengt hij op het ritme van de tabla in een ontspannende psychedelische trance.

Mighty Mo Rodgers & Baba Sissoko
Er bruist chemie tussen de Amerikaanse bluesveteraan Mighty Mo Rodgers en Baba Sissoko, afkomstig uit Timbuktu in Mali. Samen brengen ze een unieke mix van traditionele griotmuziek en blues op het album Griot Blues. Een griot of djeli is een bewaarder van mondeling overgebrachte tradities en geschiedenis. Griotmuziek en blues hebben dan ook heel wat gemeenschappelijk: beide muziekstijlen hebben een sterk verhalend karakter waarbij de kennis van de geschiedenis gepaard gaat met de hoop op en het verlangen naar een betere toekomst. Laat je meeslepen op Donke/Dance: "Come and dance, there'll be music and so much more. Come and dance your blues away." Ik geef met veel plezier het goede voorbeeld.

Van Mali reizen we naar Benin, waar we het Orchestre Poly-Rythmo de Cotonou ontmoeten, een groep muzikanten die zich lieten inspireren door de funk van James Brown en de gitaar van Jimi Hendrix. Ze mengen afrobeat, funk en blues met traditionele soukous en rituele muziek uit de "vodun", de officiële godsdienst van Benin en voorloper van de voodoo. Het resultaat, "Min we tun so - Slow" is een slepende blues met zwoel trillende gitaarlicks en een intrigerende zang.
In Tanzania komen we opnieuw Msafiri Zawose tegen. Zawose is de pionier van de gogo-muziek: een dansbare mengeling van funk, rythm & blues en vroege hiphop waarin energetische percussie een belangrijke rol speelt. "Mbeleko" is een ritmische botsing tussen Afrikaans en Westers, tussen akoestisch en elektronisch.
En ook Delgres kwamen we eerder al tegen in de afspeellijsten van DJ Moussa Rasé. Het trio brengt met een stevige overstuurde boogie en Creoolse teksten in "Lanme La" de blues van de Afro-Caraïbische slaven opnieuw tot leven. Dansen en reflectie. Dat is Delgres.

Rupa Marya
Aan de eettafel in het ouderlijke huis van Rupa Marya sprak het gezin een mengelmoes van maar liefst vijf talen. Rupa groeide op in California, Frankrijk en India en was de dochter van migranten uit de Punjab, een gebied in het noorden van India en Pakistan. De muziek die Rupa brengt met haar band Rupa and The April Fishes herbergt flarden van Franse chanson, Latijnse cumbia, Indische raga, Roemeense soul, ska, rock, jazz en cabaret. De term "eclectisch" is echter te nauw voor deze band en neen, Marya en haar de bandleden laten zich ook niet in een hokje duwen.
Marya werkt als intensivist aan het Universitair ziekenhuis van California. Een patiënt die door een hersenletsel geen namen kon opnoemen, sprak haar aan met de cryptische beschrijving "Electric Gumbo Radio", en meteen was een nieuwe song was geboren.
De uitvaartplechtigheid van elke jazzmuzikant begint traditioneel met de klassieker "St. James Infirmary" en eindigt na een aantal toespraken met "When The Saints Go Marching In".
"St. James Infirmary" is een Amerikaans volkslied van onbekende oorsprong. Soms wordt het toegeschreven aan songwriter Joe Primrose. Andere bronnen stellen dat het gebaseerd is op "The Unfortunate Rake" of "The Unfortunate Lad", een Engels lied uit de achttiende eeuw over een zeeman die zijn geld verkwanselt aan een prostitué en uiteindelijk sterft aan een geslachtsziekte. "St. James Infirmary" krijgt ook wel eens de titel "Gambler's Blues" en gaf aanleiding tot een reeks nieuwe liedjes waaronder "The Streets of Laredo" en "Dying Crapshooters Blues" waarvan Blind Willie McTell in 1940 zijn versie zong voor de microfoon van field recorder John Lomax.
 De vroegste opnames van "St. James Infirmary" werden omwille van de promiscuïteit van de radio verbannen, later werd het een grote hit. De ballad werd vooral populair in de versie van Louis Armstrong.

Yengqinn
De beklijvende, ontroerend mooie versie op de afspeellijst "De snaartheorie" is van de hand van The Silk Road Ensemble, een groepering met bandleden uit meer dan twintig verschillende landen. Het ensemble stelt zich tot doel de culturele, etnische en religieuze grenzen te overschrijden op de universele maat van muziek. Rhiannon Gidden's prachtige zigeunerstem overstijgt het trio van accordeon, Klezmer klarinet en yangqinn, een Chinees snaarinstrument.



The Silk Road Ensemble brengt ons, na heel wat omzwervingen rond de wereld, terug naar het Europese continent. Ergens diep in de balkan, zo zou je vermoeden als je de naam Tzigani hoort klinken. Maar niets is minder waar; de muzikanten uit deze virtuoze band, afkomstig uit Hongarije, Roemenië, Bulgarije en België, hebben een verschillende achtergrond maar wonen in België. De zigeunerband zorgt voor vuurwerk met het bekende Ciocârlia.

Camarón de la Isla
De Indische muziekschool Karnataka College of Percussion en het Guitar Duo brengen een smaakvol en levendig "Entre Dos Auras"  dat geklasseerd wordt onder de noemer "Indo-Jazz Fusion".

José Monge Cruz werd geboren in 1950 in San Fernando. Omwille van zijn lichtgekleurde haren, zijn magere figuur en zijn bleke, bijna doorschijnende huid, kreeg hij van zijn oom de bijnaam "Camarón" of "garnaal". Aangezien San Fernando deel uitmaakt van "La Isla de León" - het Leeuweneiland - ontstond de artiestennaam "Camarón de la Isla". Het gezin waarin José Monge Cruz opgroeide koesterde een passie voor flamenco-muziek. Camarón's vader overleed toen hij nog jong was, waardoor de jongen genoodzaakt was te gaan zingen in bars en café's. Soms kon hij de taxirit huiswaarts niet eens betalen, dan zong hij in ruil een Fandango voor de chauffeur. Op zestienjarige leeftijd won hij een eerste muziekprijs en nam zijn muzikale carrière een vlucht. Op 26-jarige leeftijd trouwde hij met een zigeunermeisje die hij aansprak met de naam "La Chispa" of "de vonk".
Camarón en zijn kompaan Paco de Lucía verfristen de flamenco en gaven de gitaar van Paco een steeds belangrijkere rol. Ze experimenteerden ook met de elektrische basgitaar, met dwarsfluiten en met een cajón, waardoor hun muziek steeds meer aansloot bij jazz en rock. Dit vond veel bijval bij de jongere generatie.
Camarón de la Isla stierf in Badalona in 1992 aan de gevolgen van longkanker, maar zijn ontzettend populaire rumba-flamenco "Volando Voy" werd de nationale hymne in de periode na Franco, en groeide later uit tot een wereldhit. "Ik vlieg. En ik vermaak me onderweg".

De muzikale avonturier Ry Cooder smeedt een band met Manuel Galbàn, de gitaarheld die faam verwierf bij de Cubaanse zanggroep Los Zafiros. Samen verwarmen ze de wat vervlogen Cubaanse ziel met de Cubaanse mambo-klassieker "Bodas de oro".
Richard Galliano werd geboren in 1950 in het zuiden van Frankrijk en is sedert meer dan dertig jaar de ambassadeur van jazz gespeeld op accordeon. In 1993 schreef hij de "Tango pour Claude" voor de Franse Chansonnier Claude Nougaro, van wie hij veel heeft geleerd. Het stuk betekende de doorbraak voor Galliano.

Tom Zé
De multi-instrumentalist Tom Zé was een grote invloed tijdens de "Tropicalia"-periode, een artistieke beweging die tijdens de jaren '60 de traditionele Braziliaanse muziek vermengde met invloeden uit de psychedelische rock, avant-garde muziek, samba, funk en soul. Tom Zé stond bekend om zijn onorthodoxe manier van musiceren waarbij hij gebruik maakte van allerlei voorwerpen zoals een schrijfmachine of een slijpschijf.
Toen de Tropicalia eind jaren '60 de aandacht verloor, verdween Tom Zé in de obscuriteit. In 1990 werd hij herontdekt door producer David Byrne. Hij verzamelde het werk van Tom Zé op het compilatiealbum "Studies of Tom Zé: Explaining Things So I Can Confuse You", waarop het psychedelische nummer "" je steeds impulsiever heen en weer slingert tussen vreemde klanken en repetitieve gezangen.

De "Djeli" laat galmende percussie samenvloeien met fijne snaren en een dromerige zang en voert ons zonder dralen tot diep in het hart van Afrika, waarna Camarón de la Isla andermaal alle emotie van de dag kanaliseert in het prachtige slaapliedje uit Andalusië, "Nana del caballo grande" of "Slaapliedje van het grote paard".

Mohan Bhatt
De Hindu-componist Vishwa Mohan Bhatt creëerde zijn eigen instrument, een semi-akoestische gitaar met 20 snaren, "mohan veena" genaamd. Het veelzijdige instrument wordt gebruikt in de Noord-Indische klassieke muziek.
"A Meeting By The River", opgenomen in een kapel met minimale techniek, is een geïmproviseerde fusie van passionele Indische raga en warme Delta blues waarin de fijn klinkende, zuiver zinderende en melodieuze snaren van Bhatt perfect samenvloeien met de dromerig verhalende slide gitaar van Ry Cooder. Ry Cooders 14-jarige kleinzoon Joachim verzorgt de percussie op de dumbek.

Seun Kuti
"Last Revolutionary" is een opzwepend en funky protestnummer, en het schrijven van krachtige protestsongs zit in de genen, zo blijkt. Saxofonist en bandleider Seun Kuti erfde het muzikale activisme van zijn legendarische vader, de Nigeriaanse protestzanger Fela Anikulapo Kuti. Seun Kuti zet vastberaden de strijd tegen klassenongelijkheid verder en gaat met de muziek als wapen over de hele wereld op zoek naar bondgenoten. Hij nam ook de rol van zanger in de band Egypt 80 over en sleutelt als een ware grootmeester verder aan de creatie van zijn vader, de Afrobeat.

Met de Congolese band Staff Benda Bilili maakten we kennis op de afspeellijst "Ah Freak!" van DJ Moussa Rasé: drie mannen in een rolstoel, één op krukken, woordvoerders van de verschoppelingen. Ze brengen traditionele klanken, betoverende energieke rumba-grooves en levendige vraag/antwoordvocalen aangevuld met de zinderende klank van de unieke zelfgemaakte eensnarige "satonge". "Benda Bilili" betekent "Kijk voorbij de uiterlijke schijn", een verwijzing naar de fysieke beperkingen van de muzikanten en ook de titeltrack "Staff Benda Bilili" is een curieuze mix van Afrikaanse ritmes en Latijnse rumba-grooves.

Karim Baggili
De autodidactische componist Karim Baggili werd geboren in België in 1976 als zoon van Jordaans-Joegoslavische ouders. Op jonge leeftijd legde speelde hij de muziek van de Dire Straits op elektrische gitaar. Tijdens één van zijn vele reizen door Jordanië schafte hij zich een Arabische luit of "oud" aan. Karim Baggili heeft een veelzijdig natuur; hij legde zich toe op de flamenco-gitaar, speelde in diverse groepen en componeerde muziek voor talrijke documentaires, kortfilms en toneel. Op zijn vierde solo-album Kali City gaat hij de uitdaging aan om een volledig Arabisch album te maken. In het verrassende "Down Town" kruidt hij, met behulp van de Palestijnse broers van het Trio Joubran, de Arabische cultuur van de oud en de cajón met de warme sfeer van de akoestische gitaar uit Andalusië.

Avishai Cohen is afkomstig uit het noorden van Israël waar hij opgroeide in een muzikale familie. Op negenjarige leeftijd leerde hij piano spelen. Hij stapte over naar basgitaar toen hij veertien was en leerde de contrabas beheersen. De muziek die hij brengt, is een mix van klanken uit het Midden Oosten, Oost Europa en Afro-Amerikaans. Versterkt met de achtergrondzang van Karen Malka toont hij zich met zijn hese stem eveneens een getalenteerd zanger. De tekst van "Leolam" is gezongen in Ladino of "Judeo-Spaans", een afgeleide van de oude Spaanse taal.
Rhianon Giddens
Rhianon Giddens weet met een heerlijk pakkende stem het gevoel van desolate eenzaamheid te vertolken, aangedreven door de percussie van de Italiaanse multi-instrumentalist Francesco Turrisi. "Going To Write Me A Letter" is een klassieker van banjo-speler Ola Belle Reed. "He's gone, gonna beg him to come home", en Rhianon Giddens laat ons wezenloos achter na alweer een indrukwekkend muzikaal avontuur.


"De snaartheorie" van DJ Moussa Rasé is een vurige paringsdans tussen de Spaanse flamenco, het midden oosten, de Afrikaanse diaspora en de Westerse cultuur. Het is een afspeellijst waarin onzichtbare snaren een band leggen tussen muziek uit diverse hoeken van de wereld.

Met uitzondering van "'t Beste en tot later" is "De snaartheorie" de laatste afspeellijst die DJ Moussa Rasé met ons deelt alvorens hij het roer omgooit en naar zuiderse oorden vaart. Dankzij de muziek van Moussa werd ik het voorbije seizoen meegesleurd in een draaikolk van wereldse muziek die de verschillende culturen op onze kluit met elkaar verbindt. En daar ben ik Moussa ontzettend dankbaar voor!

Bb Bm B

Spotify afspeellijst